Ravijnjaar: een ramp voor onze aanvragers?
ARTIKEL VAN SANNE TEN BOKKEL HUININK - DIRECTEUR FONDS 1818
Van onze aanvragers horen wij steeds vaker zorgelijke verhalen over het naderende “ravijnjaar”. Het gaat dan om een wijziging in de financiën van gemeenten die gevolgen kan hebben voor subsidies die onze aanvragers krijgen.
Met een aantal adviseurs van Fonds 1818 gingen wij langs bij Philip van Veller. Hij is wethouder financiën van de gemeente Leidschendam-Voorburg en voorzitter van de werkgroep financiën van de M50 (50 middelgrote Nederlandse gemeenten).
Philip heeft ons uitgelegd hoe de financiën van een gemeente in elkaar zitten en wat het ravijnjaar is.
De inkomsten van een gemeente
De inkomsten van gemeenten bestaan ongeveer voor 66% uit een algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het Gemeentefonds is één van de grootste begrotingshoofdstukken van de Rijksoverheid. Het fonds is op dit moment 35 miljard euro, dat geld is afkomstig van de diverse belastingen die de Rijksoverheid int. De minister van BZK en de staatssecretaris van Financiën zijn verantwoordelijk voor het Gemeentefonds.
De verdeling van de middelen uit het Gemeentefonds is gebaseerd op een systeem met zo’n 50 indicatoren. Deze indicatoren hebben betrekking op het sociaal, fysiek en algemeen domein. De hoogte van het gemeentefonds wordt per jaar vastgesteld; de verdeling langs de lijnen van de indicatoren staat voor een aantal jaren vast.
De overige inkomsten van de gemeenten-inkomsten komt grofweg vanuit (regelmatig tijdelijke) regelingen zoals:
- Specifieke uitkeringen (SPUK’s). Dit zijn specifieke uitkeringen voor gemeenten van ministeries gericht op bijvoorbeeld het stimuleren van gezondheid, sport en bewegen, cultuurparticipatie en het versterken van de sociale basis.
- Regio- en/of woondeals (waarbij er naast het geld vanuit de rijksoverheid altijd nog 50% cofinanciering gezocht moet worden) en
- Gemeentelijke belastingen, leges, etc.
De uitgaven van een gemeente
De grootste gemeentelijke uitgavenpost betreft het sociaal domein; dat is bij veel gemeenten tegen de 50% van alle uitgaven. Deze post is de afgelopen jaren (sterk) gestegen. Het gaat onder meer om sociale uitkeringen, minimaregelingen, schuldhulpverlening, ouderenzorg, en het subsidiestelsel (richting jeugdzorg, welzijn, sport, etc.). De overige uitgaven van de gemeenten betreffen het fysiek domein, veiligheid en uiteraard investeringen (maar die komen doorgaans vanuit de gemeentelijke reserves). Uitgaven die in het betreffende begrote jaar toch niet plaatsvinden, bijvoorbeeld onderhoud aan een brug dat niet door kan gaan, stromen in de reserves.
Een groot deel van de uitgaven van gemeenten is gebaseerd op wettelijke verplichtingen. Voor een kleiner deel kan een gemeente zelf keuzes maken.
Gemeenten die financiële reserves hebben, mogen die alleen aan incidentele zaken uitgegeven. Structurele gemeentelijke uitgaven moeten namelijk structureel kunnen worden gedekt.
Ravijnjaar 2026
Wanneer over het “ravijnjaar” wordt gesproken, dan wordt het “ravijn” aan overheidsinkomsten voor Nederlandse gemeenten bedoeld. Voorheen was de omvang van het Gemeentefonds gekoppeld aan de rijksuitgaven.
In de nieuwe systematiek die per 2026 wordt ingevoerd, wordt het Gemeentefonds gekoppeld aan het Bruto Binnenlands Product. Gevolg van deze nieuwe systematiek is dat er jaarlijks meer dan 2 miljard minder uit het Gemeentefonds te verdelen is over de Nederlandse gemeenten.
De inkomsten van gemeente zullen dus vanaf 2026 aanzienlijk afnemen, terwijl kosten wel (blijven) stijgen. Het Gemeentefonds zal daarna niet meer op het huidige niveau komen. Het ravijn is dus eerder een klif, waarna een lange laagvlakte volgt. Langzaam nemen de inkomsten toe naarmate het BBP groeit, maar de ‘achterstand’ op de inkomsten vóór 2026 blijft.
Wetgeving staat niet toe dat de tekorten structureel worden aangevuld uit de reserves.
Wat gebeurt er nu?
Omdat de gemeentelijke begrotingen structureel en ook op langere termijn sluitend moeten zijn, moet er nu al geacteerd worden. Gemeenten nemen nu al maatregelen om zich voor te bereiden op het ravijnjaar. Onze aanvragers kunnen dat gaan merken.
Op de vraag wat fondsen nu kunnen doen om aanvragers te helpen, gaf Philip van Veller aan dat overgangsdonaties kunnen helpen. Met een dergelijke donatie krijgt de aanvrager de ruimte om zich aan te passen en voor te bereiden op de nieuwe situatie met betrekking tot de gemeentelijke financiering. Noch de gemeente, noch de fondsen zullen op langere termijn de gaten die zullen vallen als gevolg van het ravijnjaar kunnen opvullen.