35 JAAR FIN
Oprichters en leden eerste uur aan het woord over FIN toen en nu
door: Suzette de Boer
De FIN bestaat dit jaar 35 jaar. Alle reden om de geschiedenis in te duiken: Wat was de aanleiding voor de oprichting van de FIN, welke personen en fondsen waren hierbij betrokken en welke fases heeft de vereniging doorgemaakt?
Sinds het oprichtingsjaar 1988 kan de wordingsgeschiedenis van de FIN grofweg in drie fases beschreven worden: opbouw, coalitievorming en naar buiten treden. Maar eigenlijk begint de geschiedenis al eerder, omdat er twee voorlopers waren.
Zo werd in 1979 de Stichting Stichtingen Service opgericht, die in 1981 werd opgevolgd door Stichting NIF, het Nederlands Informatiecentrum Fondsen. Het NIF beoogde, net als zijn voorganger, om particuliere fondsen met ‘raad en daad’ bij te staan. Ook functioneerde het als informatiecentrum waar het publiek met vragen over fondsen terecht kon.
NIF Fondsenboek
In die tijd kreeg het NIF een subsidie van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) om de fondsenwereld in kaart te brengen - en zag het eerste Fondsenboek het licht. Oktober 1987 werd het eerste exemplaar van het ‘NIF Fondsenboek’ aangeboden aan minister Brinkman van WVC.
Het Fondsenboek werd een succes; de oplage van 4500 exemplaren was vrijwel direct uitverkocht. In het jaarverslag 1988 van de NIF staat: ‘Uit de reacties op de publicatie van het Fondsenboek bleek hoe zeer de vraag naar ondersteuning door particuliere fondsen is toegenomen, mede onder invloed van een terugtredende overheid, die burgers tot zelfwerkzaamheid aanspoort.’ Het FondsenBoek wordt, inmiddels in samenwerking met het Kenniscentrum Filantropie, nog altijd jaarlijks uitgegeven door Walburg Pers.
Oprichting FIN
1988 zou volgens datzelfde jaarverslag het laatste jaar zijn waarin de NIF steun van de overheid kreeg. Intussen breidde de kring van betrokken charitatieve fondsen zich uit en paste de structuur van een stichting niet meer goed. Om zich te verzekeren van de steun van een zo groot mogelijk aantal fondsen en hen tevens de mogelijkheid te bieden om het beleid mede te bepalen, nam het NIF het initiatief tot de oprichting van de FIN, toen nog ‘Vereniging van Fondsen in Nederland’ genoemd.
Met een terugtredende overheid zou de rol van fondsen voor de samenleving belangrijker worden, zo staat geschreven in de eerste wervingsbrief aan potentiële leden. Anderzijds was de verwachting dat de samenleving meer inzicht in het gevoerde beheer en het giftenbeleid van fondsen zou gaan verlangen.
Naast het bevorderen van het optimaal functioneren van fondsen werd ook het behartigen van de belangen van de leden een doelstelling van de nieuwe vereniging. Het voor fondsen voordelige fiscale regime in Nederland moest behouden blijven. Daarom was het nodig om te anticiperen op nieuwe wet- en regelgeving door overheid en politiek.
FIN-secretariaat In de beginperiode van de FIN diende het kantoor van de Bernard van Leer Foundation in Den Haag als vaste vergaderplek voor het FIN-bestuur, dat in 1989 negen leden telde. Liesbeth Zwitser, destijds werkzaam bij de Bernard van Leer Foundation: ‘Onze directeur Willem Welling was de eerste FIN-voorzitter (van 1989 tot 1994 - red). Vandaar dat het FIN-bestuur in de beginperiode bij ons vergaderde. Nadat Welling was afgetreden wilde hij graag dat ik zou toetreden tot het bestuur.’ In 1993 werd Marian van den Steenhoven als eerste vrouw lid van het FIN-bestuur. Liesbeth Zwitser kwam er een jaar later bij en werd in 1997 de eerste vrouwelijke vicevoorzitter.
Drie fondsen brachten kapitaal in om een FIN-secretariaat op te zetten; de Bernard van Leer Foundation, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Juliana Welzijn Fonds, dat later fuseerde met het Oranje Fonds.
‘Gerard van der Top en Hans Hillenius, de toenmalige voorzitter en directeur van het Koningin Juliana Fonds, waren belangrijke trekkers’, vertelt huidig FIN-voorzitter Ronald van der Giessen over die periode. ‘Van der Top was penningmeester in het eerste FIN-bestuur. En er was nog een club, ouder dan de FIN, waar Hans Hillenius bij betrokken was; de zogenoemde The Hague Club. Dit besloten, informeel platform van directeuren van Europese fondsen was al in 1971 opgericht en is nog altijd actief.’
Het huidige FIN team. V.l.n.r. Marie-Claire Tordoir (relatie-manager), Siep Wijsenbeek (directeur), Denise van der Linden (office- en eventmanager) en Masja Zeegers (communicatie).
Ledengroei
De geschiedenis van de FIN kan onderverdeeld worden in meerdere fases. In de eerste jaren van de FIN was ledenwerving belangrijk voor de levensvatbaarheid van de vereniging. Fondsen werden door het hele land opgespoord, geactiveerd en met elkaar in contact gebracht.
De eerste aanmeldingen voor het FIN-lidmaatschap kwamen begin 1989 van de Stichting Triodos, de Paul Tensen Stichting, het Scholten Cordes Fonds en de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting. Eind 1989 telde de FIN 27 leden. Onder het voorzitterschap van Jan van de Ven groeide het aantal leden in 2001 uit tot 194. Inmiddels zijn bijna 360 fondsen bij de FIN aangesloten.
Coalitievorming
De volgende fase van de vereniging was die van coalitievorming en samenwerking. De gevolgen van 11 september 2001 waren voor de filantropische sector groot. Zo kwam er een verplicht ANBI-registratiesysteem voor goede doelen, kerken en vermogensfondsen. Dit zorgde voor een intensivering van overleg tussen de verschillende brancheorganisaties - en de geboorte van de SBF (Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie).
Tien jaar later werd de Stichting SBF opgericht en een convenant met de overheid gesloten, waardoor de SBF tot op de dag van vandaag geconsulteerd wordt over voor de sector relevante onderwerpen. Internationaal werd samengewerkt via DAFNE (Donors and Foundations Networks in Europe) en het EFC (European Foundation Centre), die inmiddels gefuseerd zijn tot Philea, Philanthropy Europe Association.
Meegaan met maatschappelijke ontwikkelingen
Fondsen gingen steeds meer samenwerken en professionaliseerden zowel aan de bestedende, bedrijfsvoerende als beleggende kant. Tegelijkertijd nam ook de belangstelling voor goed bestuur toe, niet alleen vanuit de maatschappij maar ook vanuit de fondsen zelf.
Het is op het vlak van transparantie, verantwoording en goed bestuur dat de vereniging de afgelopen decennia wellicht wel de grootste verandering heeft doorgemaakt. Toch zei Jan Herman Meerdink, FIN-bestuurslid en directeur van het Prins Bernhard Fonds (het huidige Prins Bernhard Cultuurfonds), al op 7 april 1989 in een interview met De Tijd: ‘De regenteske sfeer van in stilte werken past niet meer in het moderne informatietijdperk. Fondsen genieten enorme belastingvoordelen, dan mag de maatschappij ook weten wat er met het geld gebeurt.’
Stond in het Fondsenboek van 1991 nog: ‘Het is vanzelfsprekend dat de Vereniging niet treedt in de specifieke aard en werkwijzen van haar individuele leden. Noch beoogt de FIN een regelende functie te vervullen, noch wil zij voorschriften uitvaardigen of gedragsbepalend zijn’, aan het begin van de eenentwintigste eeuw bleek dit niet langer houdbaar. Deze omslag werd mede gevoed door het besef dat professionalisering belangrijk is. In 2004 voerde de vereniging de eerste Gedragscode in, die tevens een voorwaarde werd voor het FIN-lidmaatschap. In 2010 kwam er een versie met meer haar op de tanden en in 2017 werd de huidige FIN-Code Goed Bestuur door de leden vastgesteld.
Naar buiten treden
‘Laten zien wat we doen’, was de mantra van voormalig FIN-voorzitter Rien van Gendt (2007 -2015). ‘Vermogensfondsen moeten uit hun schaduw treden.’ Transparantie stelt vermogensfondsen in staat om samen te werken, van elkaar te leren, de effectiviteit van hun werk te vergroten en om aan de samenleving te laten zien welke problemen zij proberen op te lossen. Nog altijd spant de FIN zich in om, samen met de SBF-partners, te laten zien wat de bijdrage is van filantropie aan de maatschappij. De FIN slogan luidt: ‘De leden van de FIN zetten zich in voor een betere samenleving.’
Afbeelding FIN website
Wat kenmerkt de huidige fase waarin de vereniging verkeert nog meer? FIN-directeur Siep Wijsenbeek hoeft hier niet lang over na te denken: ‘Dit is de fase waarin de leden centraal staan.’ Geen toeval dus dat in deze lustrumeditie van FINieuws drie leden van het eerste uur het woord krijgen over de FIN, toen en nu: het Oranje Fonds, Mundo Crastino Meliori en Triodos Foundation.
Voorzitters FIN
1989-1994 Willem Welling († 2000)
1994-2002 Jan van de Ven († 2017)
2002-2007 Jan Scherphuis
2007-2015 Rien van Gendt
2015-2019 Joost van Lanschot (Frieda de Pater waarnemend voorzitter 2018 t/m 2019)
2019-heden Ronald van der Giessen